Wat zegt de BENG-eis over luchtdichtheid in nieuwbouw?

Sinds 1 januari 2021 moeten alle nieuwbouwprojecten in Nederland voldoen aan de BENG-eisen (Bijna EnergieNeutrale Gebouwen). Daarmee is energiezuinig bouwen geen optie meer, maar verplicht. Voor bouwers, projectontwikkelaars én installateurs betekent dit: meer aandacht voor isolatie, installaties én luchtdichtheid.

Toch wordt dat laatste – de luchtdichtheid van een gebouw – nog vaak onderschat. Terwijl juist hier veel winst te behalen valt. In dit artikel leggen we uit wat de BENG-eis zegt over luchtdichtheid in nieuwbouw, waarom dit belangrijk is en hoe u met een blowerdoortest zekerheid krijgt over de QV10-waarde.

Wat zijn de BENG-eisen ook alweer?

BENG staat voor Bijna EnergieNeutraal Gebouw en is de opvolger van de EPC-norm. Voor ieder nieuw gebouw moeten drie indicatoren worden berekend:

BENG 1.   Energiebehoefte (in kWh per m² gebruiksoppervlak per jaar).

BENG 2. Primair fossiel energiegebruik (in kWh per m² gebruiksoppervlak per jaar).

BENG 3. Aandeel hernieuwbare energie (percentage).

Daarnaast geldt de TOjuli-indicator als eis om oververhitting in de zomer te beperken.

Luchtdichtheid heeft vooral invloed op BENG 1 en BENG 2: een goed luchtdicht gebouw heeft minder warmteverlies en vraagt dus minder energie om comfortabel te blijven.

Hoe kijkt BENG naar luchtdichtheid?

De BENG-systematiek rekent met een standaardwaarde voor luchtdoorlatendheid (qv10;spec). Dit is de luchtvolumestroom door de gebouwschil bij 10 Pascal drukverschil, uitgedrukt in l/s per m² gebruiksoppervlak.

  • Zonder bewijs van een meting wordt gerekend met een onvoordelige default-waarde (bijv. qv10;spec = 0,625 l/s·m²).
  • Wie een blowerdoortest laat uitvoeren, kan de werkelijk gemeten waarde gebruiken – en dat is meestal gunstiger.

Met andere woorden: hoe beter de luchtdichtheid, hoe beter de BENG-score.

Waarom luchtdichtheid in nieuwbouw zo belangrijk is

  • Energieprestatie: elke kier of lekkage betekent warmteverlies in de winter en koelteverlies in de zomer.
  • Comfort: bewoners en gebruikers ervaren minder tocht en temperatuurschommelingen.
  • Installaties werken beter: balansventilatie of warmtepompen functioneren optimaal in een luchtdichte schil.
  • Voorkomen van bouwschade: ongewenste luchtstromen kunnen leiden tot condensatie, schimmel en houtrot
  • Subsidies & rapportage: bij projecten met ISDE, EIA of duurzaamheidslabels (BREEAM, GPR) telt luchtdichtheid mee.

QV10: de sleutel voor luchtdichtheid

De luchtdichtheid van een gebouw wordt bepaald met de QV10-waarde.

  • Dit geeft aan hoeveel lucht per seconde per m² via kieren of naden ontsnapt bij een drukverschil van 10 Pa.
  • Hoe lager de QV10, hoe beter het gebouw presteert.

Een voorbeeld:

  • QV10 = 0,4 l/s·m² → zeer goede luchtdichtheid.
  • QV10 = 0,8 l/s·m² → middelmatig.
  • QV10 > 1,0 l/s·m² → vaak onvoldoende voor energiezuinige nieuwbouw.

Zonder meting rekent BENG dus met een slechtere default. Door een blowerdoortest laat u zien dat het gebouw in werkelijkheid beter presteert. Dit kan net het verschil maken in het voldoen aan de BENG-eisen.

Hoe werkt een blowerdoortest in de praktijk?

Een blowerdoortest is dé methode om de luchtdichtheid van nieuwbouwobjecten te meten:

  1. Opstelling: een deur met ventilator wordt geplaatst in een buitendeur.
  2. Metingen: door gecontroleerd onder- en overdruk te creëren, wordt gemeten hoeveel lucht het gebouw ‘lekt’.
  3. Opsporen van lekken: met rook, thermografie of handdetectie worden kieren en naden gelokaliseerd.
  4. Resultaat: u ontvangt een rapport met de QV10-waarde, een lekkagekaart en adviezen voor verbetering.
Scroll naar boven